Welke soorten autoverlichting zijn er?
Er zijn verschillende soorten autoverlichting, maar weet jij waar ze voor staan? Welk licht voer je wanneer je parkeert of wegrijdt? En welk licht voer je als het hard regent? Lang niet iedereen weet de regels als het gaat om het voeren van het juiste licht op het juiste moment. Om deze reden bespreken we alle soorten autoverlichting in dit blog en wanneer je ze moet gebruiken.
Dagrijverlichting (DRL)
Dagrijverlichting wordt ook wel DLR genoemd en staat voor Daytime Running Lights. Dagrijverlichting is verplicht op alle auto’s die na 2011 geproduceerd zijn. Het doel van dagrijverlichting is om een naderende auto overdag beter zichtbaar te maken. Tegenwoordig moeten auto’s die na 30 januari 2015 hun typegoedkeuring hebben gekregen de achterlichten tegelijkertijd branden met de dagrijlichten. Rij je in een tunnel of heb je slecht zicht, dan dien je overdag dimlicht te voeren.
Wanneer de motor loopt staat dagrijverlichting automatisch aan. Als de verlichting vervolgens wordt aangezet, dan gaat het dagrijlicht automatisch uit.
DRL’s zijn vaak als energiezuinige LED’s vormgegeven. Dit zorgt ervoor dat er niet teveel stroom wordt verbruikt. Geregeld wordt het DRL door autofabrikanten gebruikt om de voorkant van een auto mooier te maken. Volgens de wet mag dagrijverlichting alleen wit licht uitstralen. Bij een lopende motor moeten ze aan staan en automatisch uit gaan als de normale verlichting ingeschakeld wordt.
Dimlicht
Dimlicht wordt gevoerd als het donker is, of als het zicht wordt belemmerd door bijvoorbeeld mist, regen, hagel of sneeuw. In deze gevallen moet je ook overdag dimlicht voeren. Als het dimlicht is ingeschakeld, dan branden de koplampen, de achterlampen en de kentekenplaatverlichting. Deze autoverlichting wordt dimlicht genoemd, omdat bij het voeren van dit type verlichting het niet mogelijk is om je tegenliggers te verblinden. Bij het voeren van dimlicht wordt het gebied recht voor de auto en de berm aan de rechterkant verlicht, maar niet de linkerkant waar de tegenliggers rijden.
Stadslicht
Stadslicht wordt gebruikt als je jouw voertuig zichtbaar wilt maken terwijl het geparkeerd staat. Een andere naam voor stadslicht is ‘parkeerlicht’ of ‘standlicht’. De naam stadslicht komt uit de jaren ’50. Destijds was het gebruikelijk om uitsluitend stadslichten te voeren binnen de bebouwde kom. Grotere lichten waren in sommige steden zelfs verboden, omdat de accu’s te snel leegraakten.
Als je stadslicht voert, dan branden er twee kleine lampjes aan de voorkant van de auto, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting. De lampjes aan de voorkant van de auto zorgen er voor dat de auto zichtbaar is, maar ze verlichten niet het gedeelte van de weg voor de auto.
Op momenten dat verlichting verplicht is, is het niet toegestaan om stadslicht te voeren. In deze gevallen moet dimlicht ingeschakeld zijn en als er mist is de mistlampen. Stadslicht is verplicht als je op donkere dagen of in de nacht je auto buiten de bebouwde kom of op de rijbaan parkeert.
Grootlicht
Grootlicht zorgt ervoor dat de weg voor de auto maximaal verlicht is. Deze lichtbundel is verblindend voor medeweggebruikers, dit in tegenstelling tot dimlicht. Grootlicht mag daarom alleen maar ’s nachts gevoerd worden, als er geen ander verkeer op de weg is.
Verlichting voor uw auto kopen
Goed zicht is belangrijk voor uzelf, maar ook voor uw medeweggebruikers, want zij moeten u ook kunnen zien.
Daarom is het belangrijk dat de verlichting van uw auto altijd in orde is en u een reservesetje lampen in de auto heeft.
Verlichting voor uw auto kopen doet u bij Automat Drachten, waar alleen kwaliteitsverlichting wordt verkocht
en u antwoord krijgt op al uw vragen over verlichting voor de auto.
Mistlamp
Een mistlamp wordt gebruikt wanneer er sprake is van mist. Een mistlamp geeft zeer fel licht af, waardoor je auto ook in zeer dichte mist zichtbaar is. In andere situaties mag je mistlichten niet voeren, omdat dit vervelend is voor medeweggebruikers. Je kunt zelfs een boete krijgen als je mistlampen onterecht gebruikt.
Aan de voorzijde van de auto produceren mistlampen een brede lichtbundel die niet verblindend is en laag valt. Dit om de weg te verlichten onder de mistbank door. Groot licht is tijdens dichte mist in de meeste gevallen onbruikbaar, omdat het licht door de mist wordt teruggekaatst. Dit kan ervoor zorgen dat je zelf verblind raakt. Bij het branden van de mistlampen, mag je stadslicht voeren in plaats van dimlicht.
Mistachterlicht
Wanneer er door mist of sneeuwval minder zicht is dan 50 meter mag het mistachterlicht worden ingeschakeld. Bij zware regenval mag het mistachterlicht niet worden gebruikt.
Remlicht
Remlichten gaan automatisch aan wanneer je remt. Zodra je via het rempedaal de auto afremt lichten de remlichten rood op. Het verkeer achter je weet hierdoor dat ze moeten opletten; ze zullen zelf ook af moeten remmen of je voorbij moeten rijden.
Kentekenplaatverlichting
Als het donker is zorgt de kentekenplaatverlichting of de nummerplaatverlichting ervoor dat je kenteken verlicht is. De nummerplaatverlichting dient de leesbaarheid van de aan de achterzijde van het voertuig bevestigde kentekenplaat van een motorvoertuig te waarborgen.
Gerelateerde artikelen
Wil je meer informatie over autoverlichtingen? Wij hebben meer artikelen voor je geschreven: